Bij deze zoekmethode zoekt u rijwerk onderdelen op basis van het merk en het type van uw machine. Nadat u de eerste twee velden heeft ingevoerd verschijnen er nog een aantal invulvelden (maximaal 7). Hoeveel velden er verschijnen en welke waarde u dient in te vullen is afhankelijk van uw merk en type machine.
Tip: weet u niet precies wat u moet invullen in de velden naast merk & type? Raadpleeg dan het typeplaatje op uw machine. Hierop staan alle waarden die u in kunt vullen. U vindt het typeplaatje rechtsonder op de voorkant of rechterzijde van uw machine.
Bij deze zoekmethode zoekt u rijwerk onderdelen op basis van het OEM nummer. Een OEM nummer is het onderdeelnummer van de originele fabrikant. Dit nummer vindt u terug in het onderdelenboek van uw machine (ook wel de parts manual genoemd).
Tip: het is van belang om het OEM nummer correct in te voeren. Bij typefouten kunnen er helaas geen resultaten voor de zoekopdracht worden getoond.
Via deze zoekmethode kunt u enkel zoeken naar rubbertracks. U kunt hier de maatvoering invullen van de rubbertrack waar u naar op zoek bent. U vindt deze gegevens veelal aan de binnenzijde van uw oude rubbertrack. Ze staan daar (bijvoorbeeld) als volgt genoteerd: 230 x 48 x 68. De 230 staat voor de breedte van de track, 48 staat voor de steek van de rubbertrack en 68 staat voor het aantal schakels van de track.
Vindt u de maatvoering niet terug aan de binnenzijde van de (oude) rubbertrack? Dan kunt u de gegevens opmeten met behulp van deze uitleg:
Dit kunt u opmeten met een rolmaat aan de buitenzijde van de track:
De steek is te meten vanaf het hart van de bus tot het hart van de bus met een schuif- of rolmaat:
U kunt deze afstand goed meten als u uw onderwagen aan één zijde omhoog zet
Het aantal schakels kunt u aan één zijde van de track optellen:
Lukt het meten niet of heeft u twijfels? Neem gerust contact met ons op. We adviseren u graag!
Om de juiste rubbertrack voor u te vinden hebben we enkel nog het type nodig. Dit kan railtype, smalspoor of breedspoor zijn. Hieronder leggen we u uit hoe u weet wat u nodig heeft:
Check of u een railtype rubbertrack nodig heeft. Lopen de onderrollen in een verstevigde baan in de rubbertrack en niet op de nokken, dan heeft u railtype rubbertracks. Op de foto wordt weergegeven waar u dit kunt zien. Heeft u geen railtype rubbertrack? Ga dan door naar stap 2.
Als u geen railtype track nodig hebt, heeft u een breed- of smalspoor variant nodig. De termen breed- en smalspoor duiden op de dikte van het sprocket - specifieker nog: op de ruimte die er nodig is in de rubbertrack zodat het sprocket er tussen past. Deze waarde kunt u opmeten bij het sprocket met een schuif- of rolmaat:
Gelukt? De gemeten waarde van het sprocket is altijd iets smaller (enkele millimeters) dan de weergegeven opties bij het veld type. Kies dus de optie die iets hoger in mm is dan uw gemeten waarde.
Lukt het meten niet of heeft u twijfels? Neem gerust contact met ons op. We adviseren u graag!
Voor het werken op verschillende soorten terreinen, is het handig om gebruik te maken van een minigraver. Hoe kunt u ervoor zorgen dat de rupsbanden in optimale staat blijven en hoe een rupsband vervangen wordt?
Een track is aan vervanging toe als er scheuren inzitten of als de nokken afgesleten zijn. Wanneer er bijvoorbeeld andere werkzaamheden op een ander terrein moet worden gedaan, dan moet een rupsband verwisseld worden. Bijvoorbeeld, als er op losse grond arbeid verricht moet worden, wordt er vaak de voorkeur gegeven voor rupsbanden met hoge nokken. De rupsbanden met hoge nokken zorgen er dan voor dat er meer grip is. Op het gras kiest u echter liever voor gladde of afgesleten nokken om de graszode tijdens het schranken niet te beschadigen.
Bij het vervangen/verwisselen van een rupsband tilt u de machine omhoog met behulp van de giek en het dozerblad. Het vet zal daarna opgevangen moeten worden. Dit doet u door de vetnippel van de vetspanner los te draaien en dan kan het vet opgevangen worden. Wanneer de track naar beneden gedrukt wordt, schuift de vetspanner volledig in en kan de track aan de achterzijde gedemonteerd worden.
De rupsband kan schade krijgen als de tanden van een sprocket dusdanig versleten zijn. In dit geval is er dan de mogelijkheid dat de sprockets gaan slippen in de rupsband. Het is daarom raadzaam om de tanden van de sprocket te controleren wanneer u een rupsband vervangt. Bevestig een nieuwe sprocket met nieuwe bouten.
Het is belangrijk om zorgvuldig met uw rupsbanden om te gaan, omdat rupsbanden relatief duur en gevoelig voor slijtage zijn. Het is aan te raden om zoveel mogelijk te rijden met de sprocket aan de voorzijde van de machine, om zo de slijtage te verminderen. Op die manier trekt het aandrijftandwiel aan de bovenzijde van de rups, waardoor er aan de onderzijde van de tracks meer ruimte ontstaat om oneffenheden in de ondergrond op te vangen. Dit minimaliseert de slijtage aan de rupsen.
Afhankelijk van de ondergrond waarop arbeid verricht wordt, varieert de benodigde spanning. Het is daarom essentieel om de rupsbanden correct te spannen. Een harde, vlakke ondergrond vereist een hogere spanning dan een zachtere ondergrond, zoals los zand. Voor de rupsbanden kiest u normaliter de spanning behorend bij de ondergrond waarop het meeste werk verricht wordt. Dit is omdat het niet mogelijk is om continu de spanning van de rupsbanden te wisselen.
De tandwielen die de rupsbanden aandrijven zijn gekoppeld aan hydrauliekmotoren. De rijmotor van deze tandwielen draait in een bad van olie. Na elke 500 uur moet deze olie ververst worden. In de deksel van het tandwiel zitten twee aftappluggen, om deze olie te kunnen verversen. Tijdens het verversen plaatst u de onderste aftapplug in de neerwaartse positie, opent u deze en vangt u de olie op om deze vervolgens af te voeren. Daaropvolgend draait u ook de bovenste plug open, wat het aftapproces versnelt. De niveauschroef bevindt zich in het midden van het deksel. Bij het bijvullen dient u ervoor te zorgen dat de rijmotor tot aan deze niveauschroef wordt gevuld.
De controle op beschadigingen aan het rijwerk behoort tot het dagelijkse onderhoud van het rijwerk. Harde voorwerpen kunnen namelijk schade veroorzaken. Daarom is het belangrijk om dagelijks te controleren of er geen stokken, stenen of stukken ijzer in het rijwerk zitten. Als er veel losse grond in het rijwerk zit, til het rijwerk van de ondergrond met behulp van de giek en het dozerblad en laat de rupsen een korte tijd draaien. Op die manier komt het rijwerk van de minigraver vanzelf van de grond.
Om te voorkomen dat de rupsband doorzakt, zijn er aan de bovenkant van de rupsband looprollen bevestigd. Aan de andere kant zorgen de looprollen aan de onderkant voor maximaal contact met de ondergrond. Normaal gesproken vereisen deze looprollen geen onderhoud, maar het is belangrijk om regelmatig te controleren of er geen speling op de lagers zit en of ze soepel draaien.
Bij het monteren start u bij de sprocket. Zorg ervoor dat de tanden van het sprocketwiel stevig in de ‘kettinggrepen’ grijpen. Vervolgens legt u de track naast het voorwiel en laat u de machine iets zakken. Door de stevige ondergrond wordt de rupsband iets ingedrukt, waardoor er ruimte ontstaat om de track om het voorwiel te leggen. Hierna tilt u de machine op en laat u de rupsband langzaam lopen.
Door middel van een vetspuit brengt u vet aan in de vetspanner. Dit veroorzaakt dat de cilinder van de vetspanner naar buiten wordt gedrukt, wat op zijn beurt het voorwiel naar achteren duwt. De correcte spanning wordt vermeld in het instructieboekje. Bij veel machines wordt deze spanning echter gemeten als de afstand tussen de binnenkant van de rupsband en de onderkant van het frame van de machine.
Als u meer wilt weten over het onderhoud van uw tracks, klik dan op de knop voor een stappenplan.